Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

manoirs

betekenis & definitie

Landjonkerhuis, landhuis (in Frankrijk, resp. Engeland) van enige omvang, met bijbehorende agrarische gebouwen en grond. Oorspr. woning van een minder aanzienlijk feodaal heer of uithof van een burchtheer, door een pachter beheerd.

Niet voorzien van de volledige versterking van een burcht. Kon wel omgracht en ommuurd zijn en voorzien van een poort en (kleine) torens. Evenals de Duitse palts had de manoir als hoofdgebouw een hal of zaal.

Daarin verbleef aanvankelijk de hele hofhouding, maar de zaal werd tot ontvang- en staatsiehal toen ernaast kamers van ‘vertrek’ en van dienst ingericht waren. Vergelijkbaar met de havezate in oostelijk Nederland.