Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

architectuurtekeningen

betekenis & definitie

Voorstelling in lijnen van een architectonisch object langs geometrische weg, die niet een indruk weergeeft, zoals het gebouw door het menselijk gezicht gezien kan worden, maar de abstracte driedimensionale gedaante van het object, verkregen door stelselmatige berekening en opmeting. De weergave geschiedt op schaal en meestal in orthografische projectie. Voor de aanschouwelijkheid worden er soms perspectivische voorstellingen bijgevoegd.

Een stel architectuurtekeningen bestaat gewoonlijk uit plattegrond(en) of horizontale doorsnede(n), gevelopstanden, lengte- en dwarsdoorsneden, vaak ook details. Zoals hiervoor werd aangeduid, is de architectuurtekening:–ontwerp voor een voorgenomen bouwwerk of bouwdeel, ev. met varianten. Voor de uitvoering zijn nog werktekeningen nodig.

In het eerste stadium kan een ontwerp schetsmatig, algemeen oriënterend en suggestief zijn. In alle perioden sinds de vroege M.e. zijn ontwerptekeningen gemaakt. Ook symbolische ontwerpen, zoals het Pantheon der Mensheid van Berlage uit 1915, kan men hiertoe rekenen.–opmeting van een bestaand object, ter herinnering, als voorbeeld, met het oog op herstel, ev. een reconstructie, b.v. het schetsboek van Villard de Honnecourt (c. 1235), de talrijke restauratie-ontwerpen van architecten in XIX-XX en de sinds de renaissance geliefde reconstructie van antieke bouwwerken.

Het oudst bekende document op dit gebied is de plattegrond voor de abdij van St.-Gallen in Zwitserland, dat in het archief van deze abdij bewaard is.

Het is een ideaal schema dat iemand uit de hofkring van Karel de Grote omstreeks 820 aan abt Gozbert toezond. Het is slechts gedeeltelijk verwezenlijkt, maar zeer belangrijk voor de kennis van de vroeg-m.e. aanleg van kloosters.

De opstand van een aantal gebouwen is in het horizontale vlak neergeslagen, zoals ook op een schetsmatige plattegrond van c. 1150 van de abdij van Canterbury.Meer recht op de naam architectuurtekening heeft een aantal tekeningen uit de gotische tijd, waarvan wij aanstippen verschillende tekeningen in het Livre de portraicture van Villard de Honnecourt. Hier worden op geometrische basis (driehoeken, rechthoeken, diagonalen) onderdelen aangegeven betreffende de kathedraal van Reims en het maaswerk daarvan, roosvenster te Lausanne, toren van Laon, plattegronden van Meaux en Cambrai (Kamerijk). Verder bleven vele tekeningen uit XIII-XV bewaard, o.a. te Reims, Straatsburg, Keulen, Clermont, Limoges, St.-Quentin, Milaan, Wenen, Barcelona.

Interessant zijn een ontwerp uit c. 1230 voor de O.L.V.kerk te Trier op een steen in een traptoren en M. Röritzers gedrukte boekje uit 1486 over ‘der Fialen Gerechtigkeit’.

Ook in de Nederlanden bleven talrijke tekeningen bewaard, uit de late M.e. (torens te Breda, Mechelen, Zierikzee en Mons, stadhuis te Gent) en vele uit latere perioden.

In het kasteel Cannenburch te Vaassen (Gld.) is een in de pleisterlaag ingekraste tekening op ware grootte aangetroffen van een gevelbeëindiging. Met de uitvinding van de boekdrukkunst en vooral na die van het centrale perspectief en de theoretische grondslagen van de projectie verschijnen de ontwerpen en reproducties in talloze werken over architectuur ( ordeboek, architectuurtraktaat).Kenmerkend voor de architectuur uit de Noord-Europese baroktijd is een eigenaardige behandeling, waarbij uitspringende architectuurdelen wit worden gelaten. Eind XVIII is de toen geliefde scenografie (verkort weergegeven tekeningen, ook voor toneeldoeken) van invloed, getuige de ‘vedute’ (1745-’75) van Piranesi c.s..