Appartementen zijn een groep bijeenhorende vertrekken, gewoonlijk ten dienste van één persoon, in de 18-de eeuw op dezelfde verdieping gelegen. Vooral de Franse wooncultuur besteedde aan de indeling en de inrichting veel aandacht. Het placht te omvatten: antichambre, slaap- en woonkamer, kabinet, garderobes en dégagementen.
Alle hoofdvertrekken zijn vaak in één enfilade gelegen, enkele soms op een entresol. Het ‘grand appartement’ omvatte een vestibule, al of niet gevolgd door een of meer antichambres, zaal en salon. Het staatsie-appartement omvatte ook een kamer met het ‘lit de parade’ en een groot kabinet, ev. een vergaderzaal, troonzaal (‘chambre du dais) en galerij.
Mme de Rambouillet wordt genoemd als degene wier voorbeeld tegen XVIIm van veel invloed is geweest op de indeling en inrichting van een appartement. Bij steeds verdergaande verfijning en differentiëring van de woning in 1800 werden hierbij nog vertrekken gevoegd als ‘cabinet de compagnie’, ‘méridienne’, boudoir, schilderijenkabinet enz..Thans omvat een appartement slechts een beperkt aantal vertrekken.
