Geboren in 1837 te Northfield (Massachusetts) uit een eenvoudige boerenfamilie, methodistisch Evangelist en opwekkingsprediker, begon zijn Evangelisatiearbeid als Zondagsschoolonderwijzer. Daarna stichtte hij te Chicago een gemeente uit het volk, die het Evangeliseeren als haar roeping beschouwde.
Grooten steun vond hij hierin bij Ira D. Sankey, die door de prachtige en krachtige stem, waarmee hij opwekkingsliederen zong, menigeen in het hart trof, op wien Moody’s woord geen vat kon krijgen.
Na van Chicago uit verschillende Evangelisatie-reizen in Amerika gemaakt te hebben, gingen zij in 1872 naar Groot-Brittannië en Ierland. In 1875 keerden de beide Evangelisten naar Amerika terug.
Moody vestigde zich nu in zijn geboorteplaats Northfield. Daar hij de nadeelen ervan gevoelde, dat hij in zijn jeugd slechts weinig onderwijs genoten had, stichtte hij verschillende inrichtingen van onderwijs, waaronder vooral een opleidingsschool voor evangelisten genoemd moet worden.
Honderden jonge mannen zijn daar gevormd en vandaar uitgegaan in alle werelddeelen, op allerlei wijze arbeidende in den wijngaard des Heeren. In 1881—1884 waren Moody en Sankey nogmaals in Europa, nu ook op het vasteland evangeliseerende, o a. te Parijs.
Een bezoek te Cambridge deed aan de Engelsche en Schotsche universiteiten een machtige geestelijke beweging ontstaan, die verscheidene bekwame jongelingen drong zich aan den arbeid der evangelisatie te wijden. Te Northfield werden jaarlijks in den zomer, terwijl Moody van zijn evangelisatie-reizen daar toefde, onder zijn leiding conferenties gehouden tot Bijbelstudie: Northfield-Conferences.
Moody, die nooit een wetenschappelijke opleiding gehad had, was in den Bijbel thuis als weinigen.
Men heeft hem genoemd „den man van één boek”, en uit dat ééne boek putte hij al zijn wijsheid.
Was hij zoo een man van veel Schriftkennis, hij was ook een man van rijke ervaringen. In den slavenoorlog tusschen Noord en Zuid was hij zelfs veldprediker geweest.
Aan dien tijd ontleende hij meermalen zijn beeldspraak, o.a. ook toen Dr Kuyper hem in Londen hoorde (zie diens Kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875, blz. 257). En zijn opwekkend woord klonk over Oceaan en Kanaal ook naar Nederland.
Hij stierf in 1899.