I. Avieten, d. i. de „verwoesten”, oorspronkelijke bewoners van het land der Filistijnen, die in Hazerim woonden (Deut. 2 : 23), nabij Gaza.
Zij waren ten tijde van Mozes reeds lang door de Kafthorim verdelgd.II. Iets gansch anders is de overigens onbekende koningsstad Ava of Iwa, welker inwoners door den koning van Assyrië overwonnen (2 Kon. 18: 34; 19: 13; Jes. 37 : 13) en in het land der weggevoerde 10 stammen overgeplant werden (2 Kon. 17:24).