Naam van een dorschvloer, waar de lijkstoet van Jacob voor de intrede in het eigenlijke Kanaan, de laatste klaagtonen over hem aanhief, eer hij in het familiegraf te Hebron werd bijgezet.
Het lag bij Abel-Mizraim aan gene zijde van de Jordaan, doch van deze zijde zichtbaar. Nog heden ten dage is het bij de volken in het Oost-Jordaanland en bij den Libanon de gewoonte om 70 dagen over een doode te rouwklagen. Men doet dat gewoonlijk op een dorschvloer, Westelijk van de stad of het dorp gelegen. Deze rouwklage heeft plaats in een tent van zwart geitenhaar. Het lijk van den gestorvene is daar ook bij tegenwoordig.