Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Antisemitisme

betekenis & definitie

Jodenbestrijding, Jodenhaat. Dit woord is omstreeks 1830 in Duitschland ontstaan ; de zaak echter, vijandschap tegen de Joden, van de zijde der volken, is zeer oud.

Reeds de Romeinsche geschiedschrijver Tacitus noemde den Jood de parasiet aan den stam der menschheid. In Europa zijn de Joden meestal geschuwd en verdrukt.

De gruwelijke Jodenvervolgingen der Middeleeuwen zijn overbekend. De Roomschen hebben zich altoos hard en bitter over de Joden uitgelaten, dikwijls hen op de gruwelijkste wijze gemarteld.

De Hervorming bracht aanmerkelijke verandering ten goede, maar eerst de Fransche Revolutie verbrak hun isolement. Nu verkregen zij onvoorwaardelijke gelijkstelling voor de wet.

Onder Napoleon werden zij zelfs voor de hoogste ambten verkiesbaar gesteld. Van nu aan begonnen zij, niet langer in de Ghetto’s teruggedrongen, meer aansluiting te zoeken aan de volken, waaronder zij woonden en leefden.

Het duurde slechts enkele tientallen jaren, of met een wonderbare energie wisten zij zich naar boven te werken. Weldra waren zij in Europa oppermachtig.

Zonder den steun hunner bankiers konden staatsleeningen moeilijk geplaatst.

De groote dagbladpers, die de publieke opinie vormt en beheerscht, kwam voor een belangrijk deel in hun macht.

Aan de hoogescholen wisten zij den eenen zetel na den anderen te veroveren. Uit reactie tegen deze heerschappij van den Joodschen geest is in het laatste kwartaal der vorige eeuw in de landen, waar de Joden het talrijkst zijn, Rusland, Roemenië, Oostenrijk-Hongarije, Duitschland en Frankrijk, de beweging opgekomen, die met den naam Antisemitisme wordt aangeduid, en die tegen het einde der zeventiger en in het begin der tachtiger jaren in Europa een aanmerkelijke uitbreiding verkreeg.

Haar doel was, den toenemenden oeconomischen en politieken invloed der Joden te breken. Bij de beantwoording der vraag, door welke middelen dit moest worden bereikt, gingen niet allen even ver.

Sommigen eischten, dat zij geheel zouden worden verdreven, anderen achtten het voldoende, indien zij uit alle openbare ambten geweerd werden en zich de burgerlijke gelijkstelling weêr zagen ontnomen. Deze beweging is zulk een eigenaardig samengesteld verschijnsel, dat zij zich niet in enkele regelen laat beschrijven.

Bij velen gold de afkeer niet zoozeer de religie als wel het ras, welks karaktereigenschappen men verderfelijk achtte voor den stoffelijken en geestelijken welstand van het volksmilieu, waarin het leeft. Maar in Oostenrijk en Frankrijk waren degenen, die de actie voerden, besliste ongeloovigen, en bleef deze van anti-religieusetendenzen niet vrij.

Terwijl Stöcker, de Berlijnsche hofprediker, die in Duitschland den stoot er toe gaf, en om den verderfelijken invloed der Joden te keeren, in 1878 zijn Christelijk-sociale partij stichtte, het Jodenvraagstuk beschouwd wilde zien, niet als van ethnologischen, evenmin als van religieusen, maar bepaaldelijk als van christelijk-socialen en sociaalpolitieken aard. Het kan niet ontkend, dat de Joden door hun rijkdom, vaak in den weg van woeker en bedrog verkregen, en door hun trotschen overmoed den haat der volken tegen zich hebben opgewekt.

Dat de middenstand en de kleinhandel door het groot-kapitaal worden verdrongen en velen daardoor maatschappelijk te gronde gericht, is, niet uitsluitend, maar toch voor een deel, mede aan hen te wijten.

De billijkheid eischt echter te erkennen, dat de verwording van het Jodendom de schuld is van de volken zelven.

Onder de namelooze onderdrukking heeft het zedelijk karakter der Joden zeer geleden. De afzondering in de Ghetto’s heeft hen slim en sluw gemaakt, en doordien men hen uitsloot van alle beroep of bedrijf zagen zij als vanzelf zich gedrongen, zich op den handel, en met name op den geldhandel toe te leggen.Gelijk aan de vroegere, zoo hebben zij ook aan de moderne onderdrukking zich weten te ontworstelen. Het Antisemitisme heeft niet bereikt wat het nastreefde, slechts ten gevolge gehad, dat de Joden zich weer nauwer aaneen gingen sluiten. En tijdens en na den wereldoorlog zijn zij, niet alleen in Rusland maar ook in de andere landen van Europa, in een positie gekomen, gunstiger dan ooit tevoren.

< >