Hij werd uit Duitsch-Hongaarsche familie geboren te Neurenberg 21 Mei 1471 en is daar gestorven op 6 April 1528. Hij was de koning der Duitsche schilders in dien tijd.
Zijn gedachten waren diep en de uitvoering zijner werken was vol echte Duitsche gemoedelijkheid en vroomheid. Hij was de man van de scheppende fantasie, in den vorm soms niet schoon, maar grootsch en geweldig.Dürer ontving zijn opvoeding op de stadsschool, leerde de goudsmidskunst, werd daarna leerling van den schilder M. Wolgemut en verkeerde toen hij reeds gehuwd was, van 1506—1507 in Venetië in het gezelschap van de schilders Bellini (Grambellinus) en Titian. De werken van Dürer gingen later doorgaans naar Italië. Hij was van huis uit een veel dieper levend en denkend kunstenaar dan de Italianen, maar hij miste hun schoone vormen.
Dürer begon na de Reformatie zich nauw aan te sluiten bij de Reformatorisch gezinden. Hij werd vriend van Melanchton. Hij heeft zijn Evangelische geloofsbelijdenis opgeschreven in een dagboek, dat hij maakte op een reis door Nederland. Men vertelde toen, dat Luther gestorven was en daarop schreef Dürer: „o God, erbarm u onzer. Roep de schapen uwer weide, die zich nog voor een deel in de Roomsche kerk bevinden, opdat zij verlost worden van de valsche leer, welke slechts door menschen uitgedacht is”.