Subsector van de institutionele sector financiële instellingen. Deze subsector omvat alle (quasi-)vennootschappen met als hoofdfunctie het omzetten van individuele risico's in collectieve risico's.
Hieronder vallen de pensioen- en spaarfondsen, levens- en schadeverzekeringsmaatschappijen, spaar- en jaarkassen en herverzekeringsmaatschappijen, die onder toezicht van De Nederlandsche Bank staan. Ook de pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen die niet onder toezicht van De Nederlandsche Bank staan, zoals VUT-fondsen, behoren tot deze subsector. Toelichting Het toezicht op pensioenfondsen en verzekeraars wordt sinds oktober 2004 uitgeoefend door De Nederlandsche Bank. Voordien werd het toezicht uitgeoefend door de Pensioen& Verzekeringskamer, een voortzetting van de Verzekeringskamer. Herverzekeringsmaatschappijen vallen met ingang van 1-1-2008 ook onder het toezicht van De Nederlandsche Bank. Met de invoering van de zorgverzekeringswet per 1-1-2006 zijn de meeste particulier georganiseerde sociale verzekeringsinstellingen opgeheven.
Deze instellingen, zoals het voormalige Risicofonds voor de bouwnijverheid (t/m 2007) en diverse ziektekostenregelingen voor specifieke beroepsgroepen (bijvoorbeeld voor gemeenteambtenaren en politiepersoneel), voerden sociale verzekeringsregelingen uit buiten de invloedssfeer van de overheid. Zie ook: Institutionele sector, Sector financiële instellingen, Sector overheid