Bouw- en Vastgoedlexicon

Hendrik Leurs (2015)

Gepubliceerd op 22-02-2017

Veer

betekenis & definitie

– Zeer dunne, smalle verbindingslat die in de groeven past van vloer- en beschotplanken.
– Andere benaming voor de messing, de vaste verbindingsploeg aan de ene zijde van een vloerplank, passende in de voeg van de andere plank.
– Plat uitgesmede einde van een muuranker of hengsel.
– Smalle gebogen of spiraalvormige reep veerkrachtig metaal, die onder spanning staat en naar zijn vorige stand wil terugkeren, dienende om schokken op te vangen of een aandrijfmechanisme onder spanning te zetten.
– Overzetboot of –schuit om personen en voertuigen naar de overkant van het water te brengen.

< >