grote hoeveelheid; een hoop; een klap. Ook gebruikt voor: veel slaag.
Hij geeft 't dier mekajem, als 't niet loopt. Daar lag een oksenaars achter die ruit.
Jongens met een mekajem poen in de meluk. Ga weg of ik geef je een mekajem.
Wat een mekajem gajes op de vlakte. Het wemelt van russen.
Als ik alles bij mekaar had, wat ik van me leven geslagen (bemachtigd) had, dan had ik mekajem.