Jan Jacob; geb. Vorden op 5 september 1833, overl.
Parijs 1 februari 1882. (Woonde in 1874 in Brussel, Montagne de la Cour 52.) In 1852 trok hij naar Amsterdam, in 1857 weer in Vorden, komende uit Wijhe, Parijs in 1863, Vorden in 1864, Zutphen 1864, Vorden 1865, Utrecht 1865, daarna in Parijs; vóór het beleg in 1870/71 verliet hij die stad en na de vrede kwam hij er weer en schilderde er o.m. waaiers, o.a. voor het Russische hof Leerling van Alexander Hugo Bakker Korff. Schilderde en tekende genre- en figuurstukken. Er zijn ook portretten door hem gemaakt.Tentoonstellingen Leeuwarden 1859, Utrecht 1861, Zutphen 1864, Amsterdam 1860, 1865, 1870 en 1875: boerenkermissen, o.a. te Antwerpen; oogstfeest in Duitsland; feest in de 18de eeuw (pentek.); tent. van kunstwerken (tek.); gezicht op een watermolen (pentek.).
ARNHEM -Gemeentemuseum: vijf aquarellen, voorstellende gezichten op Wamsveld, Wichmond, Ruurlo, Hengelo en Ensering. ROTTERDAM Museum Boymans-van Beuningen: kermis in een Vlaamse stad (pentekening, gem. J. J. Zuidema Broos), ZUTPHEN -Stedelijk Museum: gezicht op Vorden; twee portretten; gezicht Zutphen (aquarel); toneelontwerp (aquarel); IJsselkade (litho).
Tableau dec. 1979 - jan. 1980 (J. Juffermans, bldz. 86-89).
Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970.