Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Wit, jansz., izaak de

betekenis & definitie

Ged. Amsterdam 9 december 1744, overl.

Haarlem 13 maart 1809. Leerling van P. Louw en J. Ph. Ie Bas. Medewerker van P.

H.Jonxis, R. Vinkeles en van zijn leerling J. P. Visser Bender. Leraar bij de Fundatie van Renswoude te Utrecht 1776 tot 1792, daarna vertrok hij naar Haarlem. Etser, tekenaar en graveur.

Gaf les aan E. M. F. d’Hangest-Genlis, gezegd d’Yvoy.AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen.

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.

< >