Johan Hendrik; geb. Rotterdam 12 juni 1834, overl.
Den Haag 30 juni 1915. Woonde en werkte in Kralingen (nu Rotterdam) tot 1878, Rotterdam tot 1912, daarna in Den Haag. Leerling van de Akademie v. B.K. in de Maasstad en van Robert van Eysden. Schilderde, tekende en etste figuren, portretten en landschappen. Circa 43 jaar (1861-1903) leraar aan de Akademie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam; in 1888 tot lid van verdienste benoemd.
Werd in 1873 lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan H. F. Boot, J. en M. Gidding, J. de Jong en J. C. van Reekum. Hij noemde zich: Weitkamp.Tentoonstellingen Rotterdam, Den Haag en Amsterdam 1862 tot 1891: enige studies; grijsaard; overtocht door het ijs over de rivier de Maas te Rotterdam; visserskind aan het strand; grijsaard; landschap bij winter; winter aan de plas te Kralingen; storm aan het strand te Scheveningen enz.
ROTTERDAM -Gemeentearchief: een tekening.
Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Waller.