Gerhardus Bernardus Josephus (‘Gerard’); geb. Leeuwarden 25 december 1880, overl.
Amsterdam 2 februari 1971. Woonde en werkte in Amsterdam. Werkte ook in Brabant, Limburg, Friesland enz. Leerling van J. H. Jurres en van de Rijksakademie te Amsterdam (1898-1902) o.l.v.
A. Allebé. Schilderde, aquarelleerde en tekende (pen, pastel) figuren, portretten, landschappen (bij voorkeur paarden) en stillevens. Illustrator, maakte wandschilderingen. Behaalde diverse onderscheidingen, w.o. een medaille jub.-tent. Sted. Museum Amsterdam (1923), Sport in de Kunst (1923); een prijs uit het Willink van Collenfonds (1926); de medaille van koninginWilhelmina (1934); Los Angeles, Sport in de Kunst (1932); Eerste premie ‘Arti’ (1937); de St. Lucasmedaille (1940). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam. Van 1918 tot 1945 docent aan de Rijksakademie te Amsterdam. Gaf les aan F.
H Abbing, J. Batterman, M. A. Bloemen, J. P. van den Broek, A. G.
Deetman, H. R. M. Habes, D. ten Hoedt, C. Hund, W. J.
Leffef, K. L. Löb, J. M. Luttge, A. M. de Meij, M.
J. C. Ottenhof, E. S. Posthuma, A. H.
Runeman, G. Smith, A. B. W. Sonneveldt, S. Stolp, D.
J. van der Veen en L. Visser.
ROTTERDAM -Belastingmuseum prof.dr Van der Poel: Oldehove te Leeuwarden. Rijkscollectie: Oranjefeest (1923); als een prince opgheseten...; veulen (aquarel, 1942); wit paard in de sneeuw.
Tentoonstelling ‘Arti et Amicitiae’ Amsterdam (cat. januari 1951).
Elsevier LIl, 1916 (Kroniek) en Maandblad v. Beeldende Kunsten 1937 (J. H. de Bois, bldz. 83-88).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1990; Thieme-Becker; Van Hall II en port.; Vorsterman van Oyen; Waller.