Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Taurel, andré benoit barreau (‘benoit’)

betekenis & definitie

Geb. Parijs 6 september 1794, overl.

Amsterdam 11 februari 1859. Leerling van de Ecole des Beaux Arts (1809) en van Vincent en Guèrin (tekenen) en van Bervic (graveren). Werkte in Parijs en Rome van 1818 tot 1823, toen weer in Parijs en vestigde zich in 1828 te Amsterdam als direkteur van de graveerschool der Koninklijke Akademie aldaar, welk ambt hij tot aan zijn dood bekleedde. Heeft verder een menigte gravures en etsen vervaardigd. Gaf o.m. les aan P. C.

D. Tetar van Elven.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1835-1857: enige tientallen gravures, w.o. Christus onder de schriftgeleerden; Orpha verlaat Naomi en Ruth; en veel portretten.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen.

Kunstkronijk 1860 (bldz. 16).

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.