Johanna (‘Jo’); geb. Amsterdam 22 maart 1873, overl. aldaar op 19 december 1964.
Huwde in 1902 met M. A.J. Bauer. Werd genoemd ‘één der Amsterdamse Joffers’.Woonde en werkte in Amsterdam. Vergezelde haar man op zijn kunstreizen naar Ned. Indië, Egypte enz. Zij woonde tot vóór 1916 ook in Bloemendaal. Leerlinge van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (MO. tekenen) en van de Rijksakademie aldaar olv. A.
Allebé. Schilderde en tekende portretten en vooral bloemen en stillevens. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf o.m. les aan A. C. van den Berg,
F. H. de Meester en H. H. Tellekamp.
EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: Antonius. DEN HAAG -Gemeentemuseum: stilleven, LAREN (N.H.) -Singer Museum: hond bij vogelkooi. UTRECHT -Centraal Museum: stilleven. Rijkscollectie: romp; Japans boekje; stilleven; zittend naakt (aquarel); naakt met gele hoofdband (aquarel); spiegelbeeld (pastel); damesportret (aquarel).
Tentoonstelling Singer Museum Laren (cal. 12/12/1976-30/1/1977).
H. H. van Calker: ‘In het atelier van den schilder’ (bldz. 246-231), Amsterdam 1941; J. H. van Eikeren: ‘De Amsterdamse Joffers’ (bldz. 11-13), Bussum 1947; A. Venema: ‘De Amsterdamse Joffers’ (bldz. 31-61), Baarn 1977.
Luns; Mak van Waay; Scheen 1970; Van Hall II en port.