Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Strij (ii), jr, abraham van

betekenis & definitie

Gb. Dordrecht 11 oktober 1790, overl.

Dordrecht 6 november 1840. Leerling van zijn vader Abraham van Strij. Schilderde hoofdzakelijk kopieën van het werk van zijn vader (genrestukken). Na 1828 schijnt hij niets meer aan de kunst gedaan te hebben. Was tevens direkteur van het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht.Tentoonstelling Dordrecht 1819: zittende oude vrouw; haringvrouwtje. Op de tentoonstellingen te Amsterdam in 1841 en te Utrecht in 1842 (na zijn dood) exposeerde men: stadsgezicht; vrouw bezig ketels te schuren (vermoedelijk kopieën van het werk van zijn vader),

LEIDEN -Rijksprentenkabinet: figuurstudie: kledingstudie; oude vrouw met schotel voor zich (tekeningen).

Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >