Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Stracké, lodevikus ignatius (‘louis’)

betekenis & definitie

Geb. Arnhem 30 juli 1856, overl.

Baarn 25 januari 1934. Zoon van Frans Stracké. Woonde en werkte in Amsterdam van ca. 1881 tot 1893, Antwerpen, Brussel, Parijs, Soest tot 1924, Baarn van 1924 af Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1873-1883) en van de Akademie v. B.K. te Antwerpen o.lv. Ch. Verlat.

Schilderde, tekende en etste portretten, figuurstukken en vooral ook dieren. Gaf les aan A. J. Derkinderen, J. H. Geerlings, A.

Hesselink, J. A. Klawer en M. A. A. M.

Verkuijlen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Rotterdam enz. 1881—1893: Gallische vrouw; tijdverdrijf van een jonge Romein; het toilet; spelende jongens in een zwembassin; leeuwen; leeuwin; leeuwenfamilie; onraad; krijgertje spelen; de strijd om het bestaan; verplegen; rendez-vous; zonnebloem; kalkoenen; zusje; diverse portretten.

ARNHEM -Gemeentemuseum: figuurstuk.

Scheen 1970; Thieme-Becker; Waller.

< >