Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Stracké, jean theodore (‘johan theodore’)

betekenis & definitie

Geb. Dorsten (Dld) 18 juli 1817, overl.

Keulen 11 november 1891. Vader van J. P. L. Stracké. Woonde en werkte in Dorsten (Dld), Brussel tot 1848, Rotterdam tot 1861, Munster (Dld) tot 1865, Amsterdam tot 1872, Trier tot 1876, Den Bosch tot 1891 en vertrok 17-6-1891 naar Keulen.

Leerling van zijn vader I. J. Stracké en van W. Geefs te Brussel. Beeldhouwer. Leraar aan de Akademie v.

B.K. te Rotterdam, later direkteur van de Kon. School in Den Bosch. Gaf o.m. les aan G. B. M. Sühl, P.

L. H. Verdonk, J. L. Vreugde en J. A. van Welie.Tentoonstellingen Den Haag 1866, Rotterdam 1867 en Amsterdam 1868: zaterdagavond (beeldje in marmer); statuette in pleister van koning Willem III; de jonge tekenaar.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: twee beelden van de dichter Willem Bilderdijk (beide in terracotta). NIJMEGEN -Commanderie van St Jan: portretbuste (marmer). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: de dichter H. Tollens, 1870 (marmer).

A. M. Hammacher: ‘Beeldhouwkunst van deze eeuw’ 1955.

Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall port.

< >