jhr Frans Alexander Ewout Lodewijk (‘Frans Smissaert’); geb. Den Haag 28 augustus 1862, overl.
Laren (N.H.) 16 december 1944. Woonde en werkte in Den Haag, Brussel 1887, Utrecht 1887, Den Haag tot 1889, Utrecht tot 1890, Den Haag 1893-1898, Voorburg van 1899 tot 1903 en later Parijs, 1906 en 1911-1913, Den Haag, Laren (N.H.) van 1914 af Reeds op zijn 12de jaar tekenles van Frid. Becker (Den Haag), daarna van A.J. Terwen (Dordrecht, 1 jaar), vervolgens ca. 5 jaar les van W. Roelofs (veel in Noorden en Gouda); ging op aanraden van W. Roelofs op z’n 38ste jaar naar de Akademie v.
B.K. in Den Haag (1900-1902) o.l.v. Fr. Jansen, studeerde te Parijs (1906) olv. Eugène Burnand. Schilderde, aquarelleerde, tekende en etste vnl. landschappen, enkele figuurstukken en ook af en toe een portret. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas’, ‘Pulchri Studio’, de Haagse Kunstkring en de vereniging van Beeldende Kunstenaars ‘Laren-Blaricum’.Tentoonstellingen Den Haag, Amsterdam, Rotterdam enz. 1887-1905: maneschijn ; winteravond; aan de plas; lente in het bos; in het berkenlaantje; voorjaar op het land; diverse landschappen; nettenboetsters; arbeid op het veld; het poortje; de zomerweelde; enz.
HAARLEM -Frans Halsmuseum: hyacinten velden.
Gram 1904; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.