Geb. Middelburg 18 augustus 1854, overl.
Middelburg 23 januari 1933. Woonde en werkte aldaar. Leerling van zijn vader J. F. Schütz. Een schilder van zee- en riviergezichten (de Zeeuwse stromen) met schepen, in de trant van de Haagse School.
Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en Sint Lucas te Amsterdam en van ‘Pulchri Studio’ te Den Haag. Gaf les aan J. P. Aerts, I. H. E.
Boasson, J. R. D. den Boer, M. J. S. L.
Drabbe, G. H. Grauss, H. G. Luitwieler, F. Salberg, J.
H. Wattez, J. W. M. Wins en H. D. de Witt Hamer. Tentoonstellingen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag enz. 1880-1903: Oostender visser voor Vlissingen; noodweer voor Vlissingen; de OosterSchelde; terugkeer van de garnalenvissers te Vlissingen; de Breeweg bij Middelburg; strandgezichten; twee mosselschuiten op het droge; het dok te Middelburg; in het Sloe; op de Slikken aan de Wester-Schelde; ochtend op de Wester-Schelde.
HAARLEM -Frans Halsmuseum: marine (aquarel, gem. Wm.J. Schütz 97). MIDDELBURG -Zeeuws Museum: laag water aan de Westerschelde; woelig water; voor de bui binnen; laag water (aquarel).
Maandblad v. Beeldende Kunsten 1924 (bldz. 257).
Gram 1904; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I.
