Pieter Adrianus (‘Piet’); geb. Rotterdam 6 maart 1840, overl.
Den Haag 4 oktober 1929. Woonde en werkte in Rotterdam, sedert 1910 in Den Haag. Werkte ook in de omgeving van Haarlem en in Zuid-Limburg. Vormde zich zelf. Was eerst handelaar en had het geluk een subsidie van Willem III te krijgen om verder te gaan met aquarelleren; naderhand legde hij zich alleen toe op schilderen in olieverf Schilderde riviergezichten en later meer bosgezichten en landschappen; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Was leraar aan de Rotterdamse Akademie v.
B.K. Gaf o.m. les aan P. Been, W. de Haas Hemken en A. van der Wissel. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1865-1903: riviergezichten met schepen; stadsgezicht aan een rivier; strandgezichten; bosgezichten en landschappen; Nieuw-Cuyk na de dijkdoorbraak in 1880; landschappen in Drenthe; in de duinen bij Bloemendaal; buurtje op Urk; in het Geuldal bij Valkenburg; strandgezichten te Zandvoort; enz.;
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen DORDRECHT -Museum mr Simon van Gijn: gezicht op de Groothoofdspoort en omgeving, gezien van de rivierzijde, ENKHUIZEN -Rijksmuseum ‘Zuiderzeemuseum’: de dijk, met rechts de Snouck van Loosenstichting (aquarel, 1891). HAARLEM -Frans Halsmuseum: bosgezicht. -Gemeentearchief: aquarellen en tekeningen. -Teylers Stichting: diverse aquarellen, LEIDEN -Rijksprentenkabinet: Bodegraven na de brand van 31 mei 1870 (tekening). MIDDELBURG -Zeeuws Museum: een bos. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: plassen bij zonsondergang (gem. P. A.
Schipperus). UTRECHT -Centraal Museum: avond op de plassen.
Maandblad v. Beeldende Kunsten 1925 (‘onze schilders, bldz. 96); Die Constghesellen I, 1946 (P. A. Scheen, bldz. 124).
Gram 1880; Luns; Lurasco; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.