Johan Frederik Cornelis; geb. Amsterdam 18 maart 1868, overl.
Hilversum 9 augustus 1951. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1898, Laren (N.H.) 1898-ca. 1902, in Haarlem 1902-1904, daarna in Hilversum. Kreeg tekenlessen van J. D. C. Veltens, daarna leerling van G.
J. H. Poggenbeek. Schilderde en tekende vooral landschappen met vee en boerenpaarden. Veel van zijn werk werd geëxporteerd naar Engeland en de V.S. Gaf les aan B.
Fokker enj. Holtrup. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van de Gooise Schildersvereniging.Tentoonstellingen Den Haag tot 1896, Amsterdam 1895,1899 en 1903 en Arnhem 1897 en 1901: ploegen; ploegende paarden; melkbocht; jachtpaarden; mestladen; in de duinen; schapen naar het schot; ploegossen; landschap te Ruurlo; enz.
ENSCHEDE -Rijksmuseum Twenthe: voor de ploeg (gem. JScherrewitz).
H H. van Calker: ‘In het atelier van den schilder' (bldz. 175-181), Amsterdam 1941. Luns; Mak van Waay ; Scheen 1970; Van Hall I.