Geb. Amsterdam 15 september 1802, overl.
Amsterdam 18 juli 1884. Woonde en werkte in de hoofdstad tijdelijk in Ellekom 1865 en Velp 1871 en 1874, Rheden (Gld) tot 1875, Zeist 1875-1883, daarna in Amsterdam. Leerling van C. StefFelaar, maakte studiereizen door Duitsland, Frankrijk en Engeland. Van 1833 af lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam. Schilderde landschappen. Bekend veilinghouder en makelaar.Tentoonstellingen Haarlem 1825, Groningen en Den Haag 1839-1868 en Amsterdam 1826—1880: landschap bij Rozendaal; idem bij Bloemendaal; een Gelders landschap met watermolen; landschap in het Harzgebergte; enkele winterlandschappen; stadswal; landschap met hoog geboomte en boerenwoningen; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: gezicht in het Harzgebergte (gem. C. F. Roos f. 1840). -Rijksprentenkabinet: twee heren, met knikkende knieën en flodderende kleren, in druk gesprek (tekening), LEIDEN -Rijksprentenkabinet: enige krijttekeningen, w.o. een rivier tussen kale heuvels en geboomte; een vergezicht (de Broeken); Bodenthal; enz.
Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.