Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Ringeling

betekenis & definitie

Hendrik; geb. Leiden 23 maart 1812, overl.

Leiden 25 mei 1874. Werkzaam te Leiden. Leerling van B. van den Broeck. Schilderde interieurs met figuren, genretaferelen, portretten en stadsgezichten.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1838-1857: een historiestuk; Simon Stevin met zijn zeilwagen; kinderen, met een vogel spelend; dame, haar toilet makend bij lamplicht; huiskamer met figuren bij kaarslicht; vader leest zijn dochter voor, die in een witsatijnen jurk gekleed is; interieur met invallend zonlicht; diverse genre- en figuurstukken.

LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: interieur van de Hooglandse kerk en de Pieterskerk (beide gem. H. Ringeling); interieur van de Marekerk; de Hooglandse kerk; binnenhuis met figuren (geen van drieën gemerkt).

Immerzeel; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >