Pieter; geb. Oost en West Souburg 13 september 1874, overl.
Apeldoorn 31 oktober 1942. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1900, daarna in Apeldoorn. Leerling van de Rijksschool voor Kunstnijverheid en de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. A. Allebé, C. L.
Dake en N. van der Waay. Was beeldhouwer, maakte portretten (kinderen), de mens (in al zijn geestelijke variaties) enz. Gaf les aan C. Buijsman, H. W.F. Leurs en J. H. Persijn. Was lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers.
Luns; Mak van Waay; Scheen 1970.