Wijnand Otto Jan; geb. Amsterdam 27 juli 1874, overl.
San Domenico di Fiesole (Italië) 23 april 1950. Stichter Museum Nieuwenkamp te Edam. Woonde en werkte in Haarlem tot ca. 1900; van 1901-1910 woonde en reisde hij in zijn schip de ‘Zwerver’, van 1910 tot 1920 in Edam, Rome 1920 en van 1922 af in Florence. Bezocht Ned. Indië (Java 1898, Bali en Lombok 1904 en 1906-1907), ook Brits-Indië (1913-1914). Leerling van de Rijksschool voor Kunstnijverheid (korte tijd); vormde zich verder zelf.
Schilderde, tekende, etste en lithografeerde oosterse landschappen, stadsen dorpsgezichten (de steden om de Zuiderzee); was een groot graficus, maakte ook wandschilderingen. Schrijver en architect. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.DEN HAAG -Gemeentemuseum: Amalfi (1933); grafisch werk in het prentenkabinet. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: de Bazaar te Madura (ets).
Eretentoonstelling Stedelijk Museum Amsterdam (cat.juli-aug. 1934); reizende tentoonstelling Dienst Verspreide Rijkscollecties (cat. 1981).
Elsevier XXIV, 1902 (B. P. van IJsselstein, bldz. 219-229), XLV, 1913 (Kroniek), LIl, 1916 (A. Hallema, bldz. 81-92), LIV, 1917 (bldz. 101-111) en LXVIII, 1924 (Kroniek).
H.J. Hubert : ‘200 etsen en houtsneden van W. O.J. Nieuwenkamp’, Amsterdam 1912; J. B. de la Faille: ‘30 nieuwe etsen van W. O.J.
Nieuwenkamp’, Amsterdam 1916; W. O.J. Nieuwenkamp, 1874-1924’ Den Haag 1924; W. O.J. Nieuwenkamp: ‘Mijn huis op het water, mijn huis op het land’, Den Haag 1930 ; W. O.J. Nieuwenkamp, Leven & werken, enz., Utrecht 1980.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Schwencke; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Vorsterman van Oyen; Waller.