Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Nat, van der

betekenis & definitie

Willem Hendrik (‘Willem’); geb. Leiden 4 september 1864, overl. aldaar 11 juli 1929.

Woonde en werkte vnl. te Leiden (ook te Chaam, Borger, Garderen), maakte in 1924 een reis naar Spanje. Leerling van C. Bos (lithograferen) en T. W. Ouwerkerk (tekenen). Hij volgde tevens de avondkursus van de Haagse Akademie v.

B.K. Begon als lithograaf en illustrator, naderhand uitsluitend kunstschilder. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde veel landschappen met vee, vooral met schapen. Schilderde in naturalistisch-impressionistische trant. Heeft ook gebeeldhouwd. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Gaf les aan C. van de Pavord Smits, Ch. Ie Roy, A. Segaar, C. M. van Sillevoldt en L. van der Vlist. Signeerde: v.d. Nat.DEN HAAG -Gemeentemuseum: herder met kudde, LEIDEN -Stedelijk Museum De Lakenhal: drie bokjes voor een hek (1923); gezicht op de Vlietbrug bij sneeuw; diverse aquarellen en tekeningen, w.o. een schaapskooi; vier schaapskoppen; stal met kalveren; enz. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: 68 tekeningen, vnl. boerenonderwerpen, dierstudies; naaktstudies en historische onderwerpen.

Tentoonstellingen Stedelijk Museum De Lakenhal Leiden (cat. 3/9-3/10/1964 en 16/3-22/4/1979).

Elsevier LIV, 1917 (Kroniek) en LXXVIII, 1929 (Kroniek).

Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Van Hall I en II; Waller.