Dirk Berend; geb. Arnhem 15 september 1868, overl.
Amsterdam 17 juli 1954. Woonde en werkte in Arnhem, Hilversum, De Bilt tot 1935, daarna in Amsterdam. Heeft o.m. gewerkt in Duitsland en Engeland. Zou aanvankelijk in de handel gaan; heeft zichzelf gevormd, lessen van J.J. Isaacson. Schilderde, tekende en etste (ook pastels) landschappen, stadsgezichten, interieurs, portretten, stillevens, bloemen.
In zijn werk is hij naturalist, realist en romantisch, bijzonder goed was hij in zijn planten en bloemen en werd meermalen geroemd om zijn voortreffelijke kunst. Was van veel genootschappen lid, oa. van ‘Arti et Amicitiae’, ‘De Brug’ (waarvan hij mede-oprichter was), ‘De Onafhankelijken’ en de Mij Rembrandt. Gaf les aan zijn dochter F. C. Nanninga, A. barones van Harinxma thoe Slooten, M. Kelting, A.
A. Pakko en L. A. P. Rempt.Rijkscollectie: kinderruiker in flesje, 1924.
Elsevier LII 1916 (Kroniek), LXVI, 1923 (Kroniek), LXXI, 1926 (Kroniek) en LXXVI, 1928 (Kroniek).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Scheen 1970; Van Hall I; Waller.
