Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Meulen, françois pieter ter

betekenis & definitie

Geb. Bodegraven 9 maart 1843, overl.

Den Haag 10 juni 1927. Woonde en werkte in Bodegraven tot 1872, Amsterdam 1873, Bodegraven 1874, van 187$ af in Den Haag. Leerling van H. enj. J. van de Sande Bakhuyzen; studeerde daarna in de letteren te Leiden en legde zich na 1874 weer op de schilderkunst toe onder invloed van A. Mauve. Schilderde landschappen met vee (meestal schapen).

Schreef ook over kunst (pionierswerk in De Gids 1874). Was o.m. lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf raadgevingen aan J. C. Tiele.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. 1861-1896 (en later) : een drift ossen in de sneeuw ; portret van een paard ; veel landschappen met vee; diverse kudden schapen, w.o. in de duinen, op de heide en in het bos; diverse schaapskooien; enz.

AMSTERDAM -Rjjksmuseum: in het bos, schimmel voor een vrachtkar (gem. ter Meulen). -Stedelijk Museum: schapen in de duinen (ter Meulen). DORDRECHT -Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison: kudde schapen, DEN HAAG -Gemeentemuseum: rustende schapen (gem. Ter Meulen); in de schaapskooi; oude vrouw aan het spinnewiel. -Rijksmuseum H. W. Mesdag: kudde schapen met herder bij avond (aquarel, gem. ter Meulen). HEINO Stichting Hannema-De Stuers: schaap in een landschap (aquarel).

Elsevier V, 1893 (bldz. 557-574) en LXXV, 1928 (Kroniek).

Schildersboek III, 1899 (F. P. ter Meulen, bldz. 81-97); W. J. de Gruyter; ‘De Haagse School’, deel II, Rotterdam 1969.

Gram 1880; Luns; Lurasco; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.

< >