Cornelis Nicolaas; Amsterdam 29 november 1829, overl. aldaar op 25 april 1919. Woonde en werkte in Amsterdam.
Stond in de bevolkingsregisters vermeld als kantoorbediende tot 1855; daarna als kunstschilder. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam olv.J. W. Pieneman, J. A. Kruseman, L.
Royer en V. Bing. Schilderde en tekende vnl. figuurstukken en portretten.Tentoonstellingen Den Haag 1851, Kampen 1852, Groningen 1854, Den Bosch 1854 en Leeuwarden 1855: harpspeelster; rust na de arbeid; Gelders boerinnetje; baldadigheid; zorgvuldigheid; twee reizende muzikanten; enz.
Scheen 1946 en 1969.