Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Kever

betekenis & definitie

Jacob Simon Hendrik; geb. Amsterdam 19 juni 1854, overl.

Laren (N.H.) 29 april 1922. Werkzaam in Amsterdam (tijdelijk in Laren (N.H.), Blaricum, Nunspeet en Brabant); na 1905 vestigde hij zich in Laren (N.H.) Leerling van de Amsterdamse Akademie (1869) van P. F. Greive (1869-1872), van de Rijks Akademie (1874-1875) en later van de Antwerpse Akademie (1878-1879) o.l.v. C. Verlat.

Schilderde binnenhuizen met figuren, stillevens, bloemstukken, portretten en een enkel stadsgezicht; in 1887 maakte hij enkele etsen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Signeerde: Kever.Tentoonstellingen Arnhem, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam 1873-1903: opzetter van vogels; atelier; breistertje; Gooise spinner; de aquarellist; aan de was; Larense interieurs; enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: interieur met boerin en kind; de aardappelschilster; kinderen met een prentenboek; aardappelrooien. -Stedelijk Museum: koolplukken. -Museum Willet-Holthuysen: een vrouw bezig in een moestuin kool te snijden. DORDRECHT -Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison: moeders kroost, DEN HAAG -Gemeentemuseum: portret van de schilder Metzelaer; boereninterieur; interieurtje; bloemen in een glas. HEINO -Stichting Hannema-De Stuers: interieur met kinderen en poes (aquarel), KAMPEN Gemeente: moeder met kind. LAREN (N.H.) -Singer Museum: zelfportret; bij de wieg; in de moestuin; drie bruiklenen (stillevens); werk in het prentenkabinet (3). MIDDELBURG -Zeeuws Museum: de zusjes.

Elsevier XLIII, 1912 (C. W. H. Verster, bldz. 113-123), LX, 1920 (Kroniek) en LXIII, 1922 (Kroniek).

Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.

< >