Geb. Amsterdam 10 maart 1860, overl.
Amsterdam 31 oktober 1941. Woonde en werkte in deze stad. Heeft reizen gemaakt naar Zwitserland. Leerling van zijn vader K. Karsen en van de Rijksakademie te Amsterdam (1878-1885). Schilderde, tekende en etste vnl. dorpsgezichten, boerenwoningen, veel Amsterdamse stadsgezichten, ook van buitenlandse steden.
Wordt gerekend tot de Amsterdamse School, heeft een vrij donker palet. Behaalde diverse onderscheidingen, w.o. de koninklijke gouden medaille in 1907. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Amsterdam en Arnhem 1888-1903: veel gezichten, getiteld: tegen de avond enz.; een boerenplaats; in de boomgaard; de omgeving van Den Bosch; avond met regen; decemberstemming; een tuintje; een hooischelf; avond in Amsterdam; gezicht te Enkhuizen; huisje in Noord-Brabant; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: het Spui te Amsterdam; dorpshuisjes; grijze dag; de Vinkenbuurt bij Amsterdam; Enkhuizen; achterbuurtje; boerenhofstede; dorpsgezicht; in het Harzgebergte; Zuiderzee; vaart met zeilende scheepjes (alle gem. Ed Karsen). -Stedelijk Museum: avondstemming. DORDRECHT -Dordrechts Museum: een oud grachtje in de hoofdstad. EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: Begijnhof in de herfst; het huis ‘De Ark’. GRONINGEN -Groninger Museum (coll. Veendorp): scheepswerf te Muiden; straatje in Domburg; omgeving Amsterdam, DEN HAAG -Gemeentemuseum: oude boerderij (bruikleen), OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: Begijnhof in het najaar; avondschemer; binnenplaats tegen de avond; aan het IJ; houtwerf; boerenhuisje bij Barsingerhorn; lente; Groenoord bij Leiden; slootje; tuintje met bloeiende vruchtbomen; binnenplaats van een boerderij.
ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: boerderij in Noord-Holland. UTRECHT -Centraal Museum: molen aan het water; weidelandschap; boerenplaats. -Collectie van Baaren: gezicht op Noordwijk; drie oude huizen.
Tentoonstellingen Stedelijk Museum Schiedam en Arnhems Gemeentemuseum (cat. 1976/77).
Elsevier XVII, 1899 (Caroline Beeloo, bldz. 483-496), XLI, 1911 (Kroniek) en LXIV, 1922 (Kroniek); Maandblad v. Beeldende Kunsten 1942 (Cornelis Veth, bldz. 1-4). A. M. Hammacher: ‘Amsterdamsche impressionisten en hun kring’ (bldz. 77-79), Amsterdam 1941; A. M. Hammacher: ‘Karsen en zijn vader Kaspar’, Den Haag 1947; Colmjon-Scheen: ‘De Haagse School’, Rijswijk 1930.
Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller.
