Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Kaemmerer

betekenis & definitie

Frederik Hendrik; geb.Den Haag 23 oktober 1839, overl. Parijs 4 april 1902.

Woonde en werkte in Den Haag en van 1865 af in Parijs. Leerling van S. L. Verveer en van de Akademie v. B.K. in Den Haag. Schilderde landschappen en later genrestukken, tekeningen en aquarellen betrekking hebbende op de tijd van het Directoire; zie Parijse Salon 1870.Tentoonstellingen Den Haag van 1861-1863, Rotterdam 1864, en Arnhem 1893: gezicht op de Rijn bij Rhenen; houthakkers; wasvrouwen; bij Scheveningen; een goede bediening.

AMSTERDAM -Stedelijk Museum: jonge dame; fluitspeler met schapen, DEN HAAG -Gemeentemuseum: inkopen voor Kerstmis; strand te Scheveningen. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: geplukte vogel (gem. F. H. Kaemmerer); de houtzaagmolen (penseel- en sepiatekening); oude huizen aan het water (aquarel).

Elsevier I, 1891 (A. L. H. Obreen, bldz. 128-139).

Schildersboek II 1898 (A. L. H. Obreen, bldz. 225-258); Knoef 1947 (bldz. 247-260). Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Wurzbach.