Geb. Den Haag 24 mei 1854, overl.
Haarlem 31 januari 1937. Werkte in Den Haag, na 1930 in Haarlem. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag en van H. F. C. ten Kate.
Schilderde portretten, stillevens en genrestukken. Lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1877-1903: stillevens; in de kerk; studeervertrek; interieur met figuren in de 17de eeuw; portretten; breistertje; zomeravond aan de Trekvaart bij Den Haag; twee vriendinnen; bellen blazen; enz.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een tekening, DEN HAAG -Gemeentemuseum: interieur met stilleven (1874). ROTTERDAM -Museum Boymans van Beuningen: zeepbellen blazen.
Maandblad v. Beeldende Kunsten 1924 (N. van Harpen, bldz. 139-140).
Gram 1904; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I; Wurzbach.