Geb. Den Haag 12 december 1793, overl.
Delft 23 september 1831. Na in 1810 te Leiden gepromoveerd te zijn, vestigde hij zich voorgoed, in 1813, in Delft. Amateurschilder en vooral -aquarellist en -tekenaar. Vervaardigde in 1817-1827 een honderdtal aquarellen met voorstellingen uit Zwitserland, maakte tevens in 1826-1830 bloemstudies in waterverf met een bijbehorende beschrijving. In zijn woonplaats was hij een der mede-oprichters van het Tekengenootschap ‘Tandem fit surcules arbor’; op 25 januari 1828 hield hij een inwijdingsrede in de Waalse kerk aldaar; tot zijn dood bekleedde hij het ambt van sekretaris van bovengenoemd genootschap.Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Wurzbach.