Geb. Amsterdam 4 september 1817, overl. in de hoofdstad 7 januari 1880.
Woonde en werkte in Amsterdam. Leerling van H. Koekkoek. Schilderde en etste rivier- en zeegezichten met schepen. In 1845 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam en in 1853 lid van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar.
Gaf les aan zijn zoon J. W. Gruijter.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1840-1880: gezicht op de Maas voor Dordrecht; zeilende botter komt een raderboot tegen; ‘De Zeven Provinciën’ met M. A. de Ruyter zeilt met andere schepen op de Zuiderzee; diverse zee- en riviergezichten.
AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): stil water (tekening in kleuren). -Nederlands Historisch Scheepvaart Museum: een Nederlandse raderboot; voor anker liggende schepen op het IJ; een hoogaars (aquarel); 13 tekeningen van binnenschepen en kustvaartuigen. Rijksmuseum: de rede van Bremerhaven (gem. Willem Gruyter jr.Julij 1868). Rijksprentenkabinet: een tekening. DEN HAAG -Gemeentearchief: zeegezichtje (gem.
W. Gruyter Jr.). ROTTERDAM -Maritiem Museum Prins Hendrik: Zuiderzeegezicht met Enkhuizen (aquarel).
Hisl. Galerij II (bldz. 24).
Huebner; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.
