Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Groot, mozes (‘maurits’) de

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 6 augustus 1880, overl.

Blaricum 29 december 1934. Woonde en werkte in Amsterdam, Blaricum van 1916 af, 1928 tijdelijk in Laren (N.H.). Maakte reizen naar Frankrijk, Engeland (Londen) en Duitsland. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1900-1903). Portretschilder; tevens etser, maakte ook houtsneden en muurschilderingen. Een der stichters van de groep ‘De Onafhankelijken’. Stichtte in 1933 het Coöperatieve Arbeidsbureau om voor kunstschilders werk te verkrijgenvoor Rijk en Gemeenten. Was lid van de Ver. v. B.K. Laren/Blaricum.

Scheen 1969; Van Hall I en port.; Vorsterman van Oyen; Waller.

< >