Johannes Christiaan d’Arnoud; geb. Den Haag 22 mei 1823, overl. aldaar 21 april 1892.
Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag. (1841-42) en van L. A. Vincent. Gaf tekenlessen, was jarenlang tekenleraar aan een H.B.S. te Delft; tekende meestal portretten, ofschoon hij ook schilderde, etste en lithografeerde. Was bestuurslid van het genootschap ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.
Leermeester van A. J. Bosscha, J. Groenevelt jr en Sina Mesdag geb. van Houten, B. E. van Houten, en W. A. van Konijnenburg.Tentoonstellingen Den Haag 1843-1881: portretten, zowel geschilderd als getekend en diverse potloodstudies en houtskooltekeningen: studie van een eikeboom (olieverf); in de Haagse bosjes (olieverf).
Kunstkronijk 1841/42 t/m 1850, 1859 en 1862.
Gram 1880; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.