Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Fontijn

betekenis & definitie

Pieter; geb. Dordrecht 5 januari 1773, overl.

Dordrecht 10 september 1839. Leerling van P. Hofman en van W. van Leen. Schilderde portretten en binnenhuizen met figuren, ook miniaturen. Zijn tekeningen waren gezocht. Lid van het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht.

Gaf les aan C. F. Bendorp (de Jonge), J. H. Boshamer en Ch. Wüst.Tentoonstellingen Amsterdam 1818: interieur met twee figuren. Den Haag 1819: mannenportret. Dordrecht 1819 Jeugdige vrouw; oud man en een jonge vrouw; rokende boer en jong meisje; rokende man en een fruitmeisje; Amsterdam 1828: interieur van een spekslagerswinkel; interieur met figuren en een groenteverkoper. Utrecht 1835: een lezende dame.

AMSTERDAM -Nederlands Historisch Scheepvaart Museum: portret van een luitenant-ter-zee. DORDRECHT -Dordrechts Museum: interieur met twee figuren bij een schouw; portret van Maria van Brakel; bij de waarzegster (aquarel). -Gemeentearchief: (verz. mr S. van Gijn): interieur met figuren; enige portretten (tekeningen in O.I. inkt). -Museum mr Simon van Gijn: dame (M. v. Brakel-Huysens) aan tafel voor het raam; de zieke; een ovaal herenportretje, HAASTRECHT -Museum Bisdom van Vliet: een kinderportretje. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen Jonge vrouw in een landschap (aquarel); jonge boerin met melkkan aan een juk (aquarel, beide gem. Pr Fontijn).

Huebner; Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.

< >