Geb. Amsterdam 21 januari 1809, overl.
Aalst (Gld) 9 mei 1887. Leerling van de Koninklijke Akademie te Amsterdam (1825) en van de Koninklijke Akademie te Antwerpen (1826-1830) onder leiding van F. de Braekeleer; was tevens medewerker van zijn vader E. M. Engelberts. Schilderde vnl. genrestukken; heeft ook geëtst; werd in 1850 direkteur van het Rijksmuseum (Trippenhuis).Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1828-1871: vismarkten; boereninterieurs met figuren; twee schaakspelende schilders onder een boom voor een boerenherberg; keukeninterieurs met figuren; graveur in zijn atelier; middagslaapje van een Gelderse boerenarbeider; dienstmeisje bij een poelierster; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: zelfportret in het uniform van de Jagers (gem. W.J. M. Engelberts 1831); de poelierster (gem. W.J. M.
E.). Rijksprentenkabinet: (tekening).
Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.