Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Decker

betekenis & definitie

Frans; geb. Haarlem 17 maart 1684, overl.

Haarlem 28 november 1751. Leerling van R. de Hooge en B. Engels. In 1706 stond hij ingeschreven in het Haarlemse Schilders Gilde. Heeft vnl. portretten geschilderd en getekend, ook zijn er historische onderwerpen van zijn hand. Zijn tekeningen van apen- en kattenscholen, karikaturen enz. zijn bekend.

Gaf les aan T. H. Jelgersma, C. van Noorde.AMSTERDAM -Rijksmuseum : een koopman te Haarlem met zijn vrouw en kinderen (gem. F. Decker Fecit 1738). -Rijksprentenkabinet: tekeningen. HAARLEM -Frans Halsmuseum: regenten van het St. Joris- of Grote Proveniershuis; mansportretten;jongensportret; damesportret; gezicht op de tuin van het Proveniershuis te Haarlem in de 18de eeuw. -Teylers Stichting: jongensportretjes (tekeningen). -Het hofje van Staats: deurstuk (1725). -St.-Elisabethsgasthuis: regentenstuk (1736). LEIDEN -Rijksprentenkabinet: drie tekeningen. LOOSDRECHT -Museum De Sijpesteijn: regenten van het St.-Elisabethsgasthuis te Haarlem.

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V 1; Wurzbach.

< >