Chantal, jean adelin louis (‘louis’)

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 23 juli 1822, overl.

Arnhem 14 november 1899. Leerling van J. A. Kruseman. Zoon van A.J. L.

Chantal en broer van J. F. P. Chantal. Heeft weinig geschilderd, maar meer getekend, o.a. genretaferelen en portretten. Was conservator van museum Fodor te Amsterdam. Van 1856 af lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amster­dam.Tentoonstellingen te Amsterdam van 1842-1873: kluizenaar; studerende bota­nicus; oude man die de bijbel leest; schilderswerkplaats; oud kasteel in Nor- mandië; de aalmoes; Italiaanse herder, en veel tekeningen van portretten; de herder naar Decamps (tekening); interieurtje (O.I. inkt), enz

AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. Museum Fodor): zelf­portret (Louis Chantal 1883); lezende dame (tekening in kleuren). -Museum Willem-Holthuysen: studies in waterverf. HAARLEM -Teylers Stichting: aqua­rellen, o.a. naar Paul Marilhat en Alexandre Gabriel Decamps. LEIDEN -Rijks­prentenkabinet: allegorie op de muziek (aquarel). NIJMEGEN -Commanderie van St. Jan: gezicht op Nijmegen (tekening). ROTTERDAM -Museum Boy­mans-van Beuningen: damesportret; twee vrouwenkoppen en profil (teke­ning).

Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Wurzbach.



Chantal, Johannes Franciscus Paul

geb. Amsterdam 4 januari 1821 overl. Rotterdam 4 november 1863. Zoon van A. J. L.

Chantal. Kunstschilder (portretten).

Scheen 1969.