Geb. Sneek 27 februari 1858, overl.
Parijs 9 december 1908. Studeerde te Amsterdam o.l.v. J. M. Schmidt Crans en aan de Rijksakademie aldaar. Maakte reizen door Europa (o.a.
Antwerpen, Parijs), Noord-Amerika en Egypte. Was vnl. te Parijs werkzaam, schilderde en tekende landschappen en vooral stadsgezichten. Heeft ook etsen en litho’s gemaakt. Gaf les aan D. H. Th. Romer.Tentoonstellingen te Amsterdam in 1879, Den Haag in 1896 en Arnhem in 1901: stilleven; de St. Goedele te Brussel; sneeuweffect te Hamburg; Dordrecht in de winter.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: gezicht op Zwijndrecht bij winter; de markt te Beauvais (pastel); een bosvijver (pastel). HAARLEM -Frans Halsmuseum: marine (Franse kust), SNEEK -Fries Scheepvaart Museum: gezicht op Dordrecht; parkvijver met watervogels.
Elsevier XVI, 1898 (Bulée, bldz. 481-493).
Gram 1904; Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker; Van Hall l; Wurzbach.
