Geb. Leeuwarden 21 juni 1849, overl.
Bergen (N.H.) 22 maart 1926. Zou aanvankelijk bouwkundige worden; begon op zijn 22e jaar te schilderen. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam en kreeg raadgevingen van zijn oom C. Bisschop. Schilderde kerkinterieurs, portretten en genrestukken.
In 1892 huwde hij de schilderes S. Robertson. Woonde en werkte van ca. 1871-1881 in Rotterdam, 1882-1895 in Den Haag. 1895-1898 in Leur (N.Br.) en van 1898 weer in Den Haag. Gaf les aan C. J. Bloemink, A. den Breems, S. van der Hoeven en D.
J. RJordens.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1871-1903 (en later): na de godsdienstoefening; vissersbanken in de kerk te Maassluis; de weze; dorpsgezichten in Leur; het breistertje; de schuurster; atelierstudies; enz.
ARNHEM -Gemeentemuseum: studie van de Grote Kerk te Breda (gem. Rich. Bisschop). DORDRECHT -Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaisomde stovenzetster. DEN HAAG -Gemeentemuseum: gezicht in de St.-Janskerk te Gouda.
Gram 1904; Luns; Lurasco; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.
