Geb. Rotterdam 13 juni 1820, overl.
New York 8 augustus 1860. Zijn vader was huisschilder in Rotterdam. Waarschijnlijk leerling van J. H. van de Laar en wellicht later van J. H. L.
Meijer. In zijn jeugd werd hij tot het zeemansleven aangetrokken; de broer van koning Willem III, prins Hendrik, nodigde hem in 1843 uit voor een driejarige reis naar Ned. Indië; later ging hij naar Amerika, waar hij woonde en werkte en enige vermaardheid genoot. Heeft voornamelijk zeegezichten geschilderd, ook een enkel landschap met dieren. Zijn tekeningen zijn talrijk en uitstekend; heeft ook gelithografeerd.AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum: twee sepiatekeningen, nl. riviergezicht met zeilende schepen; een stil water (vml. Museum Fodor). -Nederlands Historisch Scheepvaartmuseum: enige potloodtekeningen. -Rijksprentenkabinet: ruim 60 tekeningen, w.o. een album met schetsen, meest afbeeldingen van schepen. ARNHEM -Gemeentemuseum: een landschap. DORDRECHT -Dordrechts Museum: havenuitgang met bemande sloep (gem. A. v. B., bruikleen), HAARLEM -Teylers Stichting: enige tekeningen, sepia’s (marines), LEIDEN -Rijksprentenkabinet: zeegezicht (tekening).
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: 34 tekeningen, nl. zeegezichten en studies van tuigage. ROTTERDAM -Gemeentearchief: drie tekeningen. -Maritiem Museum Prins Hendrik: ruim 10 aquarellen en tekeningen met afbeeldingen van schepen. -Museum Boymans-van Beuningen: hoogaars op Zeeuws slik (gem. A. v. Beest); kalme zee (gem. A. v. Beest 1848); woelige zee (gem.
A. v. Beest) storm op zee; gezicht op de Golf van Napels; vier schetsboeken met een groot aantal tekeningen.
Luns; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VI; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Waller; Wurzbach.
