Geb. Den Haag 18 december 1837, overl.
Den Haag 8 november 1890. Studeerde in Amsterdam, van 1866-1874 heeft hij in Parijs gewoond; daarna vestigde hij zich in Den Haag. Heeft reizen gemaakt naar Schotland 1869, Duitsland 1869, Engeland 1870 en Italië 1872. Leerling van de Akademie v. B.K. te Amsterdam (1855-1864), ontving raadgevingen van J. Israels.
Schilderde voornamelijk voorstellingen ontleend aan het vissersleven. Signeerde Artz of D. A. C. Artz.Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1860-1890 : portret; schelpenvisser; op de duinen; oude vissers; genre (vissers); enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: op bezoek bij grootmoeder; in slaap gesust (moeder en kind); jongen en meisje in het duin; zeegezicht; in het weeshuis
te Katwijk-Binnen. -Rijksprentenkabinet: tekening(en). DORDRECHT -Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison: vissersfamilie. DEN HAAG -Gemeentemuseum : herenportret; jonge herderin met lammetje op de arm; zieke man; portret violist. -Rijksmuseum H. W. Mesdag: binnenhuis met meisjesfiguur; Scheveningse vrouw; slapend meisje; bij het vuur; aan de maaltijd; op de uitkijk. HAARLEM -Frans Halsmuseum; herenportret.
LEEUWARDEN -Fries Genootschap: de pianoles. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: vissersvrouw met kinderen op een duin.
Hist. Galerij II (bldz. 2p); Kunstkromjk 1864 (bldz. 86); Elsevier XV, 1898 (P. A. Haaxman jr., bldz. 297-411).
Colmjon-Scheen: ‘De Haagse School', Rijswijk 1940; W. J. de Gruyter: ‘De Haagse School’(deel II), Rotterdam 1969. Schildersboek III, 1899 (P. A. Haaxman jr., bldz. 139-154).
Gram 1880; Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VII; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.