Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Arps, bernardus

betekenis & definitie

Geb. Culemborg 1 september 1865, overl.

Oosterbeek 26 september 1938. Woonde en werkte in Rotterdam tot 1893, Arnhem tot 1898, Oosterbeek tot 1899, Rotterdam tot 1900, Oosterbeek (Renkum) tot 1906, Den Haag tot 1921, daarna te Oosterbeek (Renkum). Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. A. H.

R van Maasdijk en van de Polytechnische school te Delft o.l.v. A. Ie Comte. Schilderde, tekende en lithografeerde portretten, figuren, landschappen; echter bekend om zijn precies en zuiver uitgevoerde stillevens. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.Tentoonstellingen te Rotterdam in 1894, Amsterdam in 1895 en 1899 en te Maastricht in 1896: rustige oude dag; de Rijn bij nacht; het Boerengat te Rotterdam; het lucifersmeisje; mijn broertje (pastel); vruchten; dahlia’s.

J. Wesselink: ‘Schilders van den Veluwezoom’ (bldz. 64-63), Amsterdam 1946. Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Van Hall I; Waller.

< >