Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

Gepubliceerd op 03-04-2020

vetten

betekenis & definitie

esters van glycerol en drie moleculen vetzuur (triglyceriden).

CH2.O.CO.R1 I CH. O.CO.R2 I CH2.O.CO.R3 Is R1 = R2 = R3 dan hebben we een enkelvoudige triglyceride. Zijn R1, R2 en R3 verschillend dan hebben we een gemengde triglyceride. Veel komen voor de verzadigde vetzuren palmitinezuur en stearinezuur en het onverzadigde vetzuur oliezuur. Met uitzondering van linolzuur, linoleenzuur en arachidonzuur kan het dierlijke lichaam alle vetzuren synthetiseren. Daarom worden deze drie ,,essentiële vetzuren” genoemd. Vooral linolzuur is belangrijk omdat het dierlijk organisme hieruit de andere essentiële kan vormen. Galzuren emulgeren de vetten in het darmkanaal. Vetten moeten gesplitst worden in vetzuren en glycerol, nodig voor resorptie. Lipase, een enzym, splitst vet in glycerol en vetzuur. In de cellen van de darmvlokken ontstaat hieruit weer vet. Grootste deel (vetzuren met lange ketens) komt terecht in de chylus in de darmvlokken, die het vet meevoert naar de grote lymfestroom en van hier naar het bloed. Bloed vervoert het vet naar de vetweefsels, ➝ gal, onverzadigde vetzuren, ➝ verzadigde vetzuren.